Het zielelichaam van een dier.
Er vanuit gaande dat tijdens de conceptie en zwangerschap de ziel zich een stoffelijk lichaam toe-eigent, dien je te beseffen dat bij slachting, doding en natuurlijk sterven deze onstoffelijke ziel van het dier het stoffelijke lichaam weer verlaat. Een dier op leeftijd voelt aan wanneer zijn tijd gekomen is. Vaak zondert het zich dan af om in rust te sterven. Een dier dat te snel en totaal onvoorbereid sterft, in een situatie waar geen dierlijke logica voor is, kan zich belemmerd voelen om zijn ziel te laten gaan. Dit speelt vooral wanneer het overvallen wordt door angst.
Wanneer een dier onverwachts in het nekvel wordt gegrepen ervaart het een heftige schrik. En als er dan het besef komt dat er geen overleven mogelijk is, laat de ziel lichtvoetig en willoos los. Dit alles verloopt instinctief. Het (roof-) dier doodt op een wijze dat de ziel versneld en verijld uit het lichaam oprijst. Het zielelichaam is dan meestal nog slechts met een fluidumkoord aan het stoffelijk lichaam verbonden en dat verbreekt na het letterlijk sterven. Bij deze vorm van ‘schrikken’ speelt angst geen rol.
Oude culturen
In de meeste oude culturen werden dieren vanuit respect en volgens rituelen geslacht. Het waren vaak mensen met bijzondere begaafdheden die vanuit hun derde oog (het punt op het voorhoofd tussen beide ogen) contact maakten met de ziel van het betreffende dier en daar innerlijk mee communiceerden. Het dier werd in een vorm van trance gebracht, zodat het in een ander zijnsbewustzijn komt. Dit werkt als een soort verdoving en vermindert de angst. Het dier is dan ’voorbereid’ en ’bereidwilliger’ de ziel vrij te geven. Mensen waren toen meer inlevend en er was veel meer bewondering voor het dierlijk leven.
De meest dierwaardige methode is erop gericht de ziel zich bereidwillig vrij te laten geven. Mensen zijn hierin te trainen (ook anno nu), zeker als ze al bepaalde gaven hebben om zich met dieren te verbinden. Het ritueel start met het tonen van dankbaarheid voor de ‘offerbereidheid’ van het dier via een spreuk of gebed, zoals in de Joodse en Islamitische traditie nog steeds vaak gebeurt. Door het dier te bekloppen met korte tikjes van wreef tot ruggenwervels en laatste halswervel, verplaatst de ziel zich energetisch al hoger in het lichaam en kan deze eenvoudiger het stoffelijke lichaam verlaten. Het ritueel wordt voltooid met de daadwerkelijke doding van het dier. Door bewust contact van de ‘slager’ met het dier, herkent het dier dat zijn tijd genaderd is om te sterven.
Het slachten van een dier
Als een dier in de open natuur gedood wordt is dat voor het dier het meest natuurgetrouw en veel zachter en aangenamer. Vroeger, bij huisslachtingen op boerderijen, gebeurde dat op het boerenerf. Nog natuurlijker is het weiland waar de dieren de meeste tijd van hun leven geleefd hebben. Het dier ervaart daar minder angst dan in een abattoir. Hoe meer angst, hoe moeilijker de ziel van een dier uit zijn stoffelijke lichaam komt. Gedood worden op land dat vertrouwd is, is minder angstwekkend.
Bij het slachten is het belangrijk dat ongeveer een kopje bloed in de aarde kan druppen. Hierdoor is er een ‘bemiddelingsvermogen’ van de aarde naar het dier toe op het niveau waarin het dier zijn zielsbevrijding gaat beleven. Het is alsof de aarde meegenomen wordt in het bewustzijn van het dier dat overlijdt en vice versa. Hoe moet je dit zien? Zoals ook in de biologisch dynamische landbouw bekend is, is er een voortdurende uitwisseling tussen de aarde en het dier. Dieren laten hun urine en ontlasting achter in een weiland, maar ook bloed en vocht tijdens de tochtigheid (menstruatie), en hun placenta bij een geboorte. Er is een voortdurende uitwisseling gaande van lichaamssappen en lichaam ontlastende materialen die voortkomen uit de voedselketen die ze genuttigd hebben (kringloop). Op het moment dat tijdens de doding bloed naar de aarde terugvloeit, staat dit voor de afronding van die uitwisseling. Doordat het zand doortrokken wordt van bloed, is het alsof het wezen van het dier in na-herinnering nog even op aarde aanwezig is. Ook bij mensen die overleden zijn en begraven worden is er een langere energetische na- herinnering wanneer het lichaam geleidelijk verteert. Bloed is daarbij het meest eigen bestanddeel van een dier of mens.
Het meest ideale tijdstip voor doding is de vroege avond, of bij maanlicht. Bij de overgang van dag naar nacht loopt het ritme in de natuur terug en treedt rust in. Dieren hebben dan nog wel een mate van alert bewustzijn waarin het afscheid nemen kan plaatsvinden, maar ze zijn al wel rustiger, ter voorbereiding van het slapen gaan. Dieren hebben dan minder verzet en angst. Wanneer het bij daglicht plaatsvindt, dan is het bij uitstek belangrijk dat dieren zicht hebben op de lucht, bijvoorbeeld via een dakraam. Het is prettig als het dier enkele uren op de plek van doding kan blijven liggen voordat het elders geslacht wordt. Dit heeft te maken met het feit dat het dier op zielsniveau kan bekomen van wat er gebeurd is, maar ook omdat het in een andere staat van bewustzijn gaat verkeren. Tevens kunnen de omringende dieren dan in hun bewustzijn opnemen dat een soortgenoot is overleden, waardoor ze ook bewust vanuit herkenning afscheid kunnen nemen. Waar geen herkenning is, is een vacuüm. Dat belemmert de rouwbeleving, want ook dieren ervaren rouw. In deze zijn er veel overeenkomsten met het overlijden van mensen. Ook daar is het belangrijk het lichaam na overlijden enkele uren met rust te laten, zodat de ziel in rust kan opstijgen en dierbare nabestaanden afscheid kunnen nemen, ongeacht de uiterlijke staat.
Bij bepaalde dieren, zoals paarden die heel intellectueel zijn, is het wenselijk de rusttermijn na sterven uit te breiden tot acht uur. Paarden zijn namelijk in staat om na uittreding van de ziel, zich deels weer terug te plaatsen in het lijf. Paarden ervaren een bijzonder proces, waarin ze onderzoeken of ze dood zijn of niet. Paarden kunnen met het stervensproces wonderlijk omgaan, met name als een diepe verbondenheid met mensen gevoeld wordt. Als mensen intens rouwen om hun dood, dan vinden ze het moeilijker om ‘los te laten’. Ook dit verschijnsel is bij mensen bekend.
Het stervensproces is net als het geboorteproces een heel fijngevoelige aangelegenheid. Als het dier daarin teveel opgeschrikt wordt of te snel moet bewegen, dan komt er een angsteffect dat een nadelige uitwerking heeft op het vrijgeven van de ziel. Het langzaam wegglijden uit het stoffelijke verloopt in een aantal fasen en kan per dier anders verlopen.
Verdovings- en dodingsmethoden
De meest voorkomende dodingsmethoden in Nederland zijn:
- Stroomstoot: Schokken via elektroden op kop en hart. Pluimvee wordt meestal door een onderstroom staande bak water gehaald.
- Schietmasker: Een scherpe stalen pen wordt in de hersenen geschoten.
- ‘Mushroom knocker’: een stompe zuiger wordt tegen de kop geschoten, waardoor het dier het bewustzijn verliest en sterft.
- Gas: Door bedwelming met bijvoorbeeld hoge concentraties koolzuurgas (CO2) verliest het dier het bewustzijn en sterft.
Iedere methode heeft zijn eigen nadeel. Als het voltage van de stroomstoot te hoog is, kan het dier door de elektrische schok meteen gedood worden. Bovendien is elektrocuteren levenszin dodend, waardoor het dier sterft in een psychische omhulling van naargeestigheid. Door die verkramping treedt de ziel moeizamer uit. Een schietmasker veroorzaakt blijvend letsel en de ‘mushroom knocker’ kan de schedel beschadigen of ander blijvend letsel veroorzaken. Dosering van gas is lastig, waardoor het verschil tussen doden en verdoven moeilijk valt te onderscheiden.
De schietmethode, waarbij door het voorhoofd en het derde oog heen geschoten wordt, is heel diep inwerkend in het collectief veld van het dier. De ziel wordt weliswaar versneld weggeduwd uit het lichaam, maar op een respectloze wijze. Het dier wenst zelf zijn ziel vrij te geven.
Verdrinking is een verdovingsmethode waarbij lucht uit de longen wordt geperst, wat als het ware de adem beneemt. Het stilvallen van hart en longen bespoedigt de dood en roept snel de vergetelheid op. Door een tekort aan zuurstof wordt het herinneringsniveau aangetast en voelt het dier zich op een passelijke wijze wegraken. Wanneer herinneringen diffuus worden door zuurstoftekort, is er weinig herinnering ten aanzien van overleven. Het lichaam kent bewegingsimpulsen, maar ze worden nauwelijks meer gecoördineerd vanuit de hersenstam. Het zijn instinctieve reflexen, zonder bewuste bedoeling. Buitenstaanders vinden dat vaak ongeloofwaardig overkomen, omdat de reflexen herkend worden als zijnde overlevingsgedrag, zoals hard weglopen voor een mogelijke vijand; weerbaarheidsgedrag bij een aanval van bijvoorbeeld een ander dier; kokhalzen wanneer voedsel niet bevalt of niet goed valt; en snuivend ademhalen bij zuurstoftekort in een slecht geventileerde ruimte.
Echter, bij verdrinking is er geen sprake van bovengenoemde gedragingen, maar geven de spiermechanismen laatste impulsen af, zoals dat ook bij mensen in een lichtere mate kan geschieden. Het instinctieve karakter van dieren kent een groot aantal impulsen die hieraan toegeschreven kunnen worden, waardoor het dier, door ademtekort, reflexmatig uithaalt en daarmee de laatste restenergie verspilt. Verdrinking komt tegemoet aan een natuurlijk dodingsprincipe, omdat verdrinking kansloos verloopt. Na enkele minuten onderdompeling is terugkeer niet meer mogelijk.
Samenvattend
Het herinneringsvermogen van dieren heeft geen lange adem in letterlijke en overdrachtelijke zin. Het dier wordt door vermoeidheid overvallen, waardoor het zuurstoftekort als het ware het laatste leven eruit perst. Dit geschiedt door bewegingsimpulsen die niet navolgbaar verlopen en kortdurend van aard zijn. Het zijn impulsen die het hart vrijzetten. Het is de laatste adem die de laatste bewegingsstoten of te wel bewegingsimpulsen afgeeft. Veel dieren hebben een ander ademhalingsritme dan mensen, zij zijn kortademiger, waardoor versterven middels ademnood snel geschiedt. Dieren die daar niet aan beantwoorden zijn runderen. Koeien kunnen stikken als hun grote longen gevuld worden met een overvloed aan water. Door daaruit voortkomend rusteloos gedrag zijn zij minder goed door de mens vast te houden en te begeleiden. Het lijkt daarom onhandig om het bij koeien toe te passen.
Als een koe een licht kalmeringsmiddel krijgt en vervolgens op zijn kop wordt opgehangen, dan kan de halsslagader door een ervaren slachter eenvoudig doorgesneden worden en is het een heel snel verhaal. Het hangen aan de poten is een houding die de koe snel bewegingloos maakt, doordat het bloed naar de kop stroomt.
Deze methode lijkt voorlopig, tot verdrinkingsmethodieken verder ontwikkeld zijn, ook voor andere diersoorten het meest dierwaardig. Als je dieren aan hun poten hangt, gaat de nek door het gewicht al wat naar achteren. Hierdoor wordt de halsslagader heel goed zichtbaar en goed bereikbaar en krijg je geen weerstand en haast ook geen geluid. Het is een houding die een overgave in het lichaam aanbrengt van buitenaf. En ook al voelt het dier zich daardoor verbijsterd, het is een vorm van verbijstering waar haast geen emotie op zit. Het hart kan daar weinig ruchtbaarheid aan kan geven. Op de een of andere manier is de strekking die het lichaam maakt ook spanning lozend. Doding kan effectief plaats vinden, zonder fouten, doordat de halsslagader heel goed beschikbaar is. Een bijkomstig effect is dat de ogen van het dier naar boven, naar de hemel kunnen kijken, op het moment dat het met een halssnede gedood wordt. In een binnenruimte kan je er voor kiezen om glas in het dak te maken, waardoor de dieren de lucht alsnog kunnen zien. Dat maakt dat ze zich ijler verbinden dan wanneer er tegen een donker plafond wordt aangekeken. En het lichte roesje maakt dat de grijpbaarheid van de situatie minder aan de orde is, waardoor ze zich daarmee minder direct associëren. Het hangen aan de poten is belastend voor de enkels omdat het hele gewicht eraan hangt. Daarom doen slagers of mensen die dieren doden er goed aan om de touwen met zwachtelmateriaal te omwinden, zodat er geen nadelige inkerving of aanschroeving van de gewrichten kan plaatsvinden. Gewatteerde touwen op de plek waar het dier vastgehouden wordt aan de poten, is een vereiste. Ook is het belangrijk dat het bloed dat na het doorsnijden van de halsslagader vrijkomt meteen verwijderd wordt, bijvoorbeeld door een spoelsysteem. Andere dieren kunnen door de geur van het bloed van slag raken, wat de angst vergroot. Dus als het bloed gelijk wordt weggespoeld, dan maak je het voor het dier minder angstwekkend. En mocht het buiten plaatsvinden, gooi er dan steeds een aantal scheppen schoon zand overheen zodat de geur niet te doordringend is.
Slachthuizen
De wijze waarop in abattoirs met dieren wordt omgegaan is een vorm van diepe zielsbeschadiging. Er is stress en er hangt een angstige sfeer die dieren instinctief aanvoelen. Ze worden door die angst bevangen en worden daardoor zwaarmoedig. Het zielelichaam hangt zwaar in het lichaam en kan bij sterven niet lichtvoetig oprijzen. Die zwaarmoedige sfeer blijft hangen en heeft invloed op de gemoedstoestand van mens en dier. Dat werkt door naar de fysieke omgeving van het slachthuis, maar ook naar het vlees dat later in de winkel ligt. Dieren hebben een bepaalde offeringsbereidheid om hun ’producten’ en zichzelf aan te bieden, maar die bereidwilligheid wordt al jaren in hoge mate overtreden. Het is de hoogste tijd voor alternatieven.
Huisdieren
Dieren die natuurlijk leven hebben eigen rituelen wanneer zij sterk verzwakt en aan sterven toe zijn. Vaak gaan deze dieren dan uit de kudde om in stilte ergens te kunnen sterven. Verzwakte dieren zijn een natuurlijke prooi voor roofdieren en daarmee is een natuurlijke ordening in werking, waarin deze dieren geholpen worden om te sterven. Voor huisdieren geldt dit systeem niet. Wanneer onze huisdieren ernstig lijden, gaan we vaak naar de dierenarts om het sterven te bespoedigen. De meest natuurlijke wijze om een huisdier te laten sterven is niet euthanasie toe passen, maar het dier in een maximale ontspanning te brengen. Hoe dieper ontspannen het dier is, hoe vloeiender de uittreding en de zielsafhechting plaats vindt. Net als bij mensen, is ook bij dieren de angst voor sterven datgene wat een diepe ontspanning in de weg staat. Soms helpt het als je met je handen de ontspanning stimuleert en het dier bemoedigt zich over te geven, waardoor het uit zichzelf kan uittreden. Als het lijden echt onverdraaglijk en te langdurig is, dan kun je je afvragen wat er met dit dier in natuurlijke omstandigheden zou zijn gebeurd. Zou het allang door een roofdier zijn gedood of is het een type dier dat via versterving zichzelf in die fase brengt. Dan kun je aan de hand daarvan een keuze maken om het via de dierenarts te laten doen, of via versterven als het dier daar zelf voor kiest. Je ziet dit vaak bij katten, dat ze plotseling niet meer in huis te vinden zijn, maar een beschut plekje in de tuin opzoeken. Ze verkiezen dan zelf voor deze manier van sterven. Stem je in dit opzicht intuïtief af. Wanneer je handelt vanuit mededogen voor je dier en niet vanuit de eigen persoonlijke wens, hoef je over euthanasie geen spijtgevoelens te hebben. Handel je vanuit gemakzucht en eigenbelang om het einde van een dierenleven te bespoedigen, en niet vanuit liefde voor het dier, dan krijg je achteraf vaak spijtgevoelens. In dat geval kun je alsnog bewust eerbied en spijt betuigen en dat telepathisch naar het betreffende dier uitzenden, met de nadruk op je voornemen het in de toekomst anders te doen.
Wanneer een huisdier pijn krijgt en van ouderdom gaat sterven, is het dus mogelijk het dier te ondersteunen. Fysieke pijn geeft een opstapeling van energie in het lichaam van het dier te zien. Dat kan verkramping als gevolg hebben. Het dier ondersteunen om maximaal te ontspannen is wezenlijk. Middels de intredende ontspanning kan het zich makkelijker overgeven aan het natuurlijke stervensproces. Het zielenlichaam van het dier wil zich opwaarts bewegen. Hoe meer ontspannen het dier is, hoe natuurlijker de overgang kan plaatsvinden. Wanneer een mens, vanuit diepe rust in zichzelf, op een zachte wijze liefdevolle energie instraalt bij het derde oog van het dier (tussen de beide ogen in), kan het dier zich dieper ontspannen. Dit kan ook ondersteund worden door aan de rugzijde neutrale ontspannende rustgevende liefdevolle energie in te stralen. Als een huisdier toe is aan overlijden, hoeft dit menigmaal niet met een spuitje. Laat het onderlichaam zo onberoerd mogelijk liggen opdat het zielenlichaam zich niet weer neerwaarts getrokken voelt. Dit bespoedigt het sterven.