Het recht zich te verlustigen vanuit speelgenot
Wanneer de zintuigen van een dier door een aangename ervaring worden geprikkeld, ervaart het zelfgenoegen in relatie tot zichzelf en soortgenoten. Zo vinden varkens bijvoorbeeld modderbaden heerlijk, kunnen koeien ’s nachts intens genietend naar de sterrenhemel kijken, houden kippen van stofbaden en geiten van klimmen en klauteren.
Geiten
Wil je geiten aan hun trekken laten komen, dan dient hun leefomgeving hun voldoende ruimte te bieden en voorzien te zijn van boomstammen of planken waar ze op kunnen lopen en een verhoging waar ze op kunnen staan. Lammeren in een stal hebben er behoefte aan om op en neer te kunnen rennen en ze klimmen en klauteren het liefst op hooi- en strobalen. Geiten krijgen hun eten graag vanuit de hoogte aangeboden, van nature eten ze immers de bladeren van bomen. Netten gevuld met stro, die opgehangen zijn boven hun lichaamshoogte, vinden ze daarom prettig. Geiten spelen graag met elkaar en houden schijngevechten, je ziet ze dan ‘bokken’.
Varkens
Varkens zijn gewoontedieren; ze wroeten graag, gedragen zich luchtig en vrolijk en ze houden van een (met hun staart) ‘kwispelend’ leven. De wijze waarop ze zich waggelend voortbewegen, heeft voor het dier een bijzonder plezierige functie. Door de waggelende gang vindt er een natuurlijke massage plaats van het darmstelsel, waardoor de verteringsprocessen bevorderd worden. Het dier voelt zich daardoor ook emotioneel gelukkiger. De huidige fokprogramma’s leiden tot een verhoging van het heupbeen en een minder waggelende beweging, en daardoor tot grotere emotionele stugheid en stroefheid. Daarmee verliezen varkens hun blijmoedigheid.
Bij dieren die een waggelende gang hebben, dien je er rekening mee te houden dat het onderbewustzijn van het dier vooral primair actief is en open ligt. Als je daar via de fokkerij fysieke veranderingen in gaat aanbrengen, breng je ook veranderingen aan in de onderbewustzijnsstroom van het dier. En daarbij veroorzaakt een te strakke bekkenstructuur niet alleen een inperking van de primaire driftbeleving, maar ook wordt het aanvoelende vermogen daarmee ondermijnd. Van varkens is ook bekend dat ze bij gebrek aan ruimte en aan wroetmogelijkheden, of andersoortig vermaak, gaan staartbijten hetgeen kan leiden tot ernstige infecties. Dat is de reden waarom 2 ter preventie bij jonge biggen de staarten kort na hun geboorte worden afgeknipt, een verminking van het wezen van het varken. Strooisel in de stallen en een vrije uitloop met ruimte voor modderbaden en wroetgelegenheid in de grond voorkomen kannibalisme; zo ook het ophangen van speelvoorzieningen, bijvoorbeeld loshangende kettingen.
Koeien
Koeien houden ervan om tijdens het liggen de huid van de onderbuik te prikkelen door over rulle grassen heen te schuren; dat doet ze goed. Koeien houden van schommelend bewegen en willen daarvoor dan ook voldoende ruimte hebben. Ze zijn er dol op om naar het geluid van waterstromen te luisteren en vinden overdrijvende wolkenpartijen een uiterst boeiende beleving. Het meedeinen in de aard van de natuur om hen heen voert spanningen af.
Kippen
Kippen hebben veel behoefte aan bewegingsvrijheid en bakenen actief hun territorium af. Als er bij een kip inbreuk wordt gedaan op haar territorium, voelt zij zich indiscreet benaderd en dat veroorzaakt een crisis in de identiteit, met narrig gedrag tegenover soortgenoten als gevolg. Kippen houden ervan om van dichtbij naar dingen te kijken, secuur van aard als ze zijn, en zaken die voor hun ogen komen uit te graven, maar ze kunnen ook snel hun aandacht weer verliezen. Na wat gepik richten ze zich weer op een ander voorwerp dat dichtbij het vorige kan liggen. Kippen zijn graag alleen en mengen zich pas onder andere kippen als ze dat zelf willen. Als een kip zich daarin niet gerespecteerd voelt, gaat ze aan zelfbeklag lijden en kan zich daardoor buitengewoon hebzuchtig gaan gedragen naar andere kippen toe. En wanneer een kip in haar behoefte tot handhaving van de eigen identiteit opnieuw territoriumdrang in zich voelt opkomen, kan zij daardoor ook andere kippen gaan beschadigen, emotioneel of lijfelijk, en vaak ook een combinatie van beide. Ter preventie van pikgedrag worden daarom in de intensieve pluimveehouderij de punt van hun snavels afgeknipt of afgebrand, wat een pijnlijke ingreep is en uiteraard ook een verminking van het dier. Kippen zijn meestal met hun aandacht naar de grond gericht. Rulle grond vinden zij fijn om in rond te stappen, in tegenstelling tot grond die aan hun poten blijft kleven. Ze houden er ook van om met hun snavel zand op te werpen, net zoals kinderen die in een zandbak spelen en schoon zand omhoog gooien. Het schuren van zandresten over hun snavel en neusrug geeft hun een fijne gevoelservaring, omdat ze dan ook hun sensitiviteit ten volle beleven. Als een kip genoeglijk en rustig waggelend over de aarde loopt, is het alsof die kip in een zijnsconstitutie geraakt waarin zij zich opgenomen voelt in de natuur en zichzelf in verbondenheid aan de natuur teruggeeft. Dit is vergelijkbaar met mensen die door te mediteren in een zijnservaring komen waardoor ze een gevoel hebben dat ze ruimer zijn dan hun stoffelijk lichaam. Natuurlijk levende kippen hebben regelmatig de behoefte om onderuit te zakken. Kippen die los in de tuin kunnen lopen, hebben vaak een vast plekje waar ze zichzelf verzorgen, veren poetsen enzovoort. Je zou dat een ‘hangplek’ kunnen noemen. Kippen hebben ook de behoefte om zich op te laden, door roerloos stil Dierenrecht 6 – Inspiraties van Marieke de Vrij – 2013 3 te liggen. Ook dit is een vorm van spelgedrag.
Paarden
Een paard is een kuddedier, een groepsdier die soortgenoten nodig heeft om gelukkig te kunnen zijn. Van nature zijn paarden zeer actief, zo raken ze hun overtollige energie kwijt. In de natuur loopt het paard de hele dag. Ze grazen en zoeken naar voedsel, ze doen ‘een hapje en weer een stapje’ waardoor ze op een dag aardige stukken afleggen. De beweging bevordert de doorbloeding en de spijsvertering. Een paard heeft veel afleiding nodig en dit kan bereikt worden door bewegingsruimte aan te bieden. Het dier vindt het geweldig om te rennen, alleen, maar ook naast elkaar door uitgestrekte velden. In de film ‘De nieuwe wildernis’ is dat prachtig te zien. Merries houden van samenscholingsgedrag, gezellig bij elkaar zijn, en gelijktijdig stralen ze kracht uit naar buitenstaanders. Paarden hebben ook graag speelkameraadjes van een andere diersoort in hun buurt, in het bijzonder een hond. Een hond kan uitdagend om hen heen springen en het paard vindt dat vermakelijk. Paarden houden van een droge, rulle ondergrond, waarin ze zich kunnen omrollen. In de rulle ondergrond kunnen ze hun hoeven heen en weer kantelen, hetgeen hun, via de tastgevoeligheid van hun hoeven, een prettig gevoel geeft. In het rulle zand werkt het hoefmechanisme optimaal en ze genieten er ook van om het zand met hun hoeven te verplaatsen. Paarden zijn helemaal weg van vlinders en andere vliegende insecten die hen niet hinderen. Wanneer er leven in de lucht zit, vooral in het voorjaar, is dat alsof alle zintuigen wakker worden en het leven hen tegemoet treedt, weer fris en ontvankelijk. Ze vinden het fijn om tegen elkaar aan te duwen, met hun snuit tegen de aanhechting van de flanken, daar waar het heupgewricht zit. Het is alsof ze daarmee zeggen: “kom met me spelen, blijf niet zo stijf staan, kom, we gaan rennen”. Ze dagen elkaar uit. Paarden kunnen heel lang turen en wazig in de verte kijken, dat geeft hun een heerlijk gevoel, vooral als het lekker weer is. Wij mensen zien dat niet als een vorm van spelen, maar voor hen grenst het daar wel aan. Bij tijd en wijle hebben ze de behoefte om stevig met hun onderlichaam over de grond te schuren. Scherpe zandkorreltjes helpen om schilferende huid los te maken. Je zou het niet meteen onder speelgedrag scharen, maar het aangename gevoel dat het hun geeft, steunt ze. Het Paddock Paradise huisvestingsprincipe biedt paarden veel afleiding en speelruimte. Door in de vaste looproute van het paard zoveel mogelijk variatie aan te brengen, wordt het natuurlijke leefgebied van de paarden nagebootst en bied je hun de mogelijkheid om zich vrij te kunnen bewegen en onbeperkt te kunnen fourageren, terwijl het sociale contact behouden blijft.
De onderstaande link laat zien hoe een ruin geniet van het spelen met een bal. https://www.youtube.com/watch?v=Vv_ZLfDkYo4&feature=youtube_gdata_player
Inspiraties van Marieke de Vrij (Maatschappelijk Raadsvrouw Stichting De Vrije Mare), bewerkt door Regine Scholte en Wim van Oort