Marieke de Vrij heeft een aantal lezingen gegeven waarin diverse aspecten van het sterven van dieren aan bod kwamen. De belangrijkste fragmenten van het stervensproces bij natuurlijk versterven, jacht en slachting zijn gebundeld in dit artikel.
Inleiding
Het besef neemt toe dat dieren, net als mensen, ook een ziel hebben. Bij slachting, doding en natuurlijk sterven dient de onstoffelijke ziel het stoffelijke lichaam van het dier te verlaten. De wijze van doden en slachten heeft grote invloed op het verloop van dat proces.
Marieke de Vrij: “Er vanuit gaande dat de ziel van een dier bij het proces van conceptie, zwangerschap en geboorte zich een stoffelijk lichaam heeft toegeëigend, dient men te gaan beseffen dat bij natuurlijk sterven, slachting en andere wijze van doding zoals bij de jacht, de onstoffelijke ziel van het dier het stoffelijke lichaam dient te verlaten. Het dier wenst zich te kunnen voorbereiden op het naderende einde, zodat het zelfbewust de ziel kan laten oprijzen, waardoor die minder of niet aan het lichaam gekoppeld blijft.”
Rituelen in de natuur
In de natuur zijn (roof)dieren vaak instinctief afgestemd op hoe ze een ander dier effectief kunnen grijpen en doden. Ze doen dit zodanig dat het dier een vorm van schrik krijgt. Door die schrikreactie laat de ziel lichtvoetig en willoos los. Het zielenlichaam is dan slechts met een fluïdumkoord aan het stoffelijke lichaam verbonden en bij daadwerkelijk sterven wordt die laatste verbinding verbroken. De schrikreactie verzacht de pijnbeleving, waardoor er bij doding nauwelijks of geen pijn ervaren wordt.
Rituelen bij oude culturen
In oude culturen werd de impuls van mens naar dier bepaald door respect en eerbied voor het wezen van het dier. Alleen mensen die in staat waren op een dieper niveau contact te maken met de ziel van het dier mochten de slacht uitvoeren. Het dier werd in een vorm van trance gebracht, waardoor het in een ander zijnsbewustzijn kwam. Dat werkt als een soort verdoving en gelijktijdig vermindert de angst. De offeringbereidheid van het dier neemt daardoor toe. Iedere traditie heeft eigen rituelen op zich genomen om het dier een beleving van verbijzondering te geven.
Een dier dat onvoorbereid wordt neergeschoten of in een stressachtige situatie wordt geslacht heeft veel meer moeite het proces van onthechting van de ziel te doorlopen. In abattoirs hangt een gehaaste en angstige sfeer die dieren instinctief aanvoelen en waardoor ze geprikkeld worden, met als gevolg dat ze door angst bevangen raken. Ze reageren dan niet vanuit schrik, later gevolgd door berusting, zoals ook in de natuur het geval is, maar zijn vooral zwaarmoedig. Dardoor kan het zielenlichaam niet lichtvoetig vrij komen en oprijzen. Hoe meer angst, hoe moeilijker het dier uit zijn stoffelijke lichaam komt.
Wanneer een dier onverwachts door een jager of natuurbeheerder wordt neergeschoten ontbreekt bij het dier elke logica voor het gebeuren. Ook dan wordt het loslaat proces van de ziel bemoeilijkt en blijven de andere dieren in verwarring en angst achter.
Wat zijn de meest dierwaardige slachtmethoden?
De meest zorgvuldige slachtmethode is er op gericht de ziel bereidwillig vrij te geven. Mensen die van nature liefde voelen voor het dier en genegen zijn om het dier te helpen uit zijn lichaam uit te treden zijn hiertoe te trainen. Wanneer er vanuit een gemeend ritueel wordt gehandeld kan bij het dier een besef gevoeld worden om zich over te geven aan mensenhanden (opofferingsgezind).
Marieke de Vrij heeft de volgende inspiraties vrijgegeven:
- Dieren dienen bij voorkeur gedood te worden op de plek waar ze altijd hebben geleefd, indien mogelijk in de vrije natuur, zodat hun energieën afgestaan worden op de plek waar ze geleefd hebben. Nu worden dieren in een uiterst vreemde, onbehaaglijke situatie en omgeving gedood, binnen ‘slachtrituelen’ die hun zielsleven nadelig beïnvloeden. In Amerika heeft men al mobiele slagerijen die op deze behoefte inspelen.
- Het uitspreken van een spreuk (van dankbaarheid) door ‘de slager’, zoals nog steeds bij de Joden en Hindoestanen gebeurt, draagt bij aan een bewust contact met het dier en respect voor de opofferingsbereidheid. Het op rituele wijze bekloppen van het dier en het leggen van een hand bij de overgang van nek en schouders versterkt dit.
- Het beste tijdstip van doden is de vroege avond, de overgang van dag naar nachtritme. Er is dan nog een mate van alert bewustzijn actief waarin het afscheid nemen kan plaats vinden, maar ook emotionele rust, waardoor er minder verzet en angst is. Na overlijden dient het dier nog enige tijd met rust gelaten te worden, zodat de ziel in alle rust kan wegglijden uit het stoffelijke.
- De schietmethode waarbij een kogel of pen door het derde oog (tussen de wenkbrauwen) heen schiet is heel diep inwerkend in het collectief veld en de ziel van het dier. Dit toont geen respect voor het dier en remt een geleidelijke terugtrekking van het zielenlichaam. Wanneer dieren aan hun achterpoten worden opgehangen is het doorsnijden van de slagader een minder bedreigende vorm van doding dan schieten. Als het dier op zijn kop hangt raken de poten minder doorbloed, hetgeen een lichtvoetige zielsuittreding bevordert. Het leven vloeit als het ware weg, zonder langdurig lijden.
- Elektrocuteren, dat bij varkens vaak voorkomt, dood de levenszin alvorens het dier gedood wordt. Het gevolg is een zielsaantasting, verkramping en een naargeestig gevoel. Dit levenszinremmend gevoel werkt collectief door tot in het ras, met psychische en lichamelijke afwijkingen als gevolg. Bij doding middels verdrinking en slagaderlijke bloeding, terwijl het dier op zijn kop hangt, zijn de meeste dieren het best af. De ziel rijst dan als van nature op uit het stoffelijke lichaam.
- Bekwame slagers dienen zich sensitief te kunnen afstemmen op het dieren-lichaam, zowel in relatie tot de doding als wat noodzakelijk is na de dood.
- Zorgvuldige en respectvolle slachtrituelen zonder verdoving kunnen vanuit het aspect van dierenwelzijn meer dierwaardig zijn dan slachten met verdoving.
Bron: Inspiraties van Marieke de Vrij (2018)
Februari 2019