Steeds vaker wordt er een beroep gedaan op consumenten om hun vleesgebruik te verminderen, niet alleen vanuit het oogpunt van dierenwelzijn, maar ook vanuit milieuoverwegingen. De huidige veehouderij levert immers een forse bijdrage aan de uitstoot van CO2 en overige broeikasgassen, alsmede aan overbemesting van de bodem, de ophoping van fosfaten en de verspreiding van nitraten.
Uit de Voedselconsumptiepeiling van het RIVM (november 2018) blijkt dat Nederlanders zeggen minder vlees te eten. Maar opmerkelijk is dat uit cijfers van de Universiteit van Wageningen blijkt dat de totale vleesconsumptie niet af neemt. Veel mensen zijn zich wel bewust dat het goed is om te minderen, maar doen het niet. Hoe is dat te verklaren? En wat is er nodig om mensen vanuit eigen initiatief verantwoordelijkheid te laten nemen ten aanzien van het reduceren van vleesgebruik?
Vleesgebruik is deels cultureel bepaald
Er zijn veel factoren die het eetgedrag van mensen bepalen, zoals wat er in je hersenen gebeurt, emoties, de sociale omgeving, geloofsovertuiging en het aanbod in de supermarkten. Ook tradities spelen een belangrijke rol.
Marieke de Vrij: “In de traditie van Nederland wordt vlees vaak gezien als een signaal van in goeden doen zijn. Geen vlees op je bord wordt ervaren als armoede en het idee dat je alleen als je vlees nuttigt je een goede en volwaardige maaltijd hebt.
Vleesgebruik is in het collectieve bewustzijnsveld gekoppeld aan welstand. Dat het welzijn van consumptiedieren tekort schiet wordt in het algemeen wel geweten, maar het wordt niet op een dieper niveau ervaren als gevolg van contactloosheid met de dieren. Stadsmensen zijn vaak niet meer bekend met hoe die dieren leven en bij kinderen wordt dat ervaringsrijk weggehaald. Het is van groot belang dat er programma’s ontwikkeld worden om de afstandelijkheid naar dieren weg te nemen.
Net zoals we bezig zijn voor de aarde rechten te claimen, dient ook het natuurlijk gedrag en de natuurlijke leef-behoeftesfeer van dieren gekoppeld te worden aan dier eigen rechten.
Mensen lopen makkelijk voorbij aan dieren en kijken ze nooit recht in de ogen wanneer ze vlees nuttigen. Een eerste stap voor meer contact is beeldmateriaal op vleesverpakkingen van dieren die je met hun ogen aankijken en een tabel op de verpakking die aangeeft in welke gradatie voldaan is aan dierenwelzijn en milieuzorg. Daarbij valt te denken aan criteria als natuurlijke conceptie, natuurlijke geboorte en zooggedrag, bereikte leeftijd, bioritmehandhaving, natuurlijke bewegingsvrijheid, voeding, slaap-rustgedrag, medicatietoediening en slachttechnieken.
Het welzijnsgevoel van vleesvervangers in vergelijking tot vlees
Nieuwe producten die bijna niet te onderscheiden zijn van vlees zijn een prima alternatief voor mensen die gehecht zijn aan een vleestraditie. Ze vereisen vooralsnog een ontwikkelproces dat relatief duur is. Voorkomen moet worden dat alleen financieel beter gesitueerden deze producten kunnen betalen. Er zijn ook andere vleesvervangers, o.a. op basis van peulvruchten, die minder duur zijn.
Is het welzijnsgevoel van vleesvervangers te versterken?
Marieke de Vrij: “De kauwbehoefte van vlees is groter dan die van vleesvervangers, o.a. omdat het product ‘draderiger’ is. Daardoor wordt de tijdsduur van eten gerekt. Het mooi zijn als vleesvervangers een grotere doorkauwbehoefte krijgen.
Voor vleeseters is de schikking van het voedsel belangrijk. Traditioneel vindt de schikking plaats rondom het vlees. Door vlees minder centraal op het bord te schikken, in kleinere porties en met meer kauwgevoelig voedsel wordt de kauwbehoefte bevredigt bij een geringere vleesopname. Een belangrijk aandachtspunt voor koks.
Voor veel mensen betekent eten ook socialiseren, samen eten én praten. In een gemoedelijke sfeer met een rustgevende uitstraling en muziek ga je langzamer en bewuster eten, neem je meer tijd voor de maaltijd en stel je het praten uit tot na de maaltijd. Ook thuis kun je zo’n sfeer creëren.
Ben je een echte vleeseter, koppel dan de maat van vleesconsumptie aan je natuurlijke lichaamsgewicht. Je hebt maar heel weinig vlees nodig voor de voedingswaarde die vlees in zich heeft.”
De vertering van vlees
In vergelijking met groente en fruit verteert vlees anders. Het werkt op andere wijze door in je fysieke lichaam.
Marieke de Vrij: “Fruit en groente hebben een ander oplossingsmechanisme in je maag. Fruit dat geplukt is heeft de vitaliteit om nog een periode door te groeien of te rijpen. Vlees gaat meteen z’n versterving in, en groenten zitten er een beetje tussenin. Belangrijk is om de beeldvorming te versterken dat je bij het eten van fruit een langer doorwerkende vitale kracht nuttigt die langer doorwerkt. Bij vlees is dit niet het geval. Mensen dienen wakkerder te worden op wat ze nuttigen. Zonder conserverende toevoegingen zou vlees op het tijdstip van consumptie al in een vergevorderd rottingsproces verkeren. Bij groenten en fruit is dat niet het geval.”
Bewustzijnsontwikkeling
Marieke de Vrij: “We hebben een verzwegen onderbewustzijnsveld in onze Nederlandse cultuur. Zolang wij honderden miljoenen dieren wegstoppen en dier-oneigen laten leven, zolang is de de doorsnee bewuste Nederlander niet in staat zijn eigen onderbewustzijnsveld te verkennen. Het feit is, dat dieren een wereld uitbeelden die gerelateerd kan worden aan het onderbewustzijnsveld in mensen. Een dier spiegelt altijd iets heel specifieks wat ook des mens is en iedere diersoort vertoont een eigen spiegel. Door technologische ontwikkelingen activeren we de verwondering naar dieren niet meer. Als we inmiddels zelf kunnen vliegen, waarom zijn vogels dan nog bijzonder? Alle specifieke aspecten van die afzonderlijke diersoorten die voorheen tot verwondering aanleiding gaven, hebben wij gekopieerd en gebruiken die zonder dankzegging. Als we de verwondering niet terughalen, dan zal ons consumptiegedrag buitensporig blijven.
Als wij als exportland blijven denken dat wij zoveel dieren op zo’n klein stukje land op dier-oneigen wijze kunnen houden, en hun welzijn zo diep aantasten, dan doet dat wat met het belevingsveld van mensen in algemene zin. Depressie en zelfdoding nemen toe. En er is nog veel gaande waar men nu nog niet de uitkomst van weet omdat het een optelsom is van jaren.
Als je vlees nuttigt van dieren die niet dier-eigen geleefd hebben, brengt dat uiteindelijk energetisch een verlamming teweeg op een dynamisch onderbewustzijnsveld in jezelf.”
Verantwoordelijkheid nemen
Wij zijn niet alleen verantwoordelijk voor ons eigen leven, maar ook voor de toekomst van onze kinderen, de nieuwe generatie. Die verantwoordelijkheid moet je zelf invullen. Je kunt dat doen door bewust te winkelen, contact met veehouderijen te leggen, supermarkten, kantines en restaurants bevragen en inspireren tot een verantwoord aanbod, scholen aanmoedigen tot kookprogramma’s en lesprogramma’s op boerderijen die natuur- en dierwaardig werken, ……………..
Marieke de Vrij: “Het streven is bewuste inkopers, die letten op wat goed is voor het eigen lijf, alsmede voor natuur, milieu en dierenwelzijn. Je bent wat je eet, maar je bent ook dat waardoor jij je laat beïnvloeden. Je dient dus gelijktijdig aan beide te werken.”
Bron: Marieke de Vrij, november 2018